In dit herzieningsprotocol zijn de procedurele uitgangspunten vastgelegd die het Hof van Discipline in acht neemt bij de behandeling van een herzieningsverzoek.
Dit protocol bevat de (procedurele) uitgangspunten die het hof van discipline (hierna: het hof) hanteert als een herzieningsverzoek wordt ingediend. Het hof kan van deze uitgangspunten afwijken. In dit protocol wordt verwezen naar het Procesreglement van het hof van discipline (hierna: het Procesreglement), dat is vermeld op de website van het hof: hofvandiscipline.nl.
1. De mogelijkheid tot herziening
1.1 De Advocatenwet voorziet niet in de mogelijkheid om herziening te vragen van een uitspraak van het hof. Daarom is een verzoek om herziening van een uitspraak van het hof in beginsel niet-ontvankelijk en neemt het hof zo’n verzoek niet in behandeling.
1.2 Bij uitzondering kan het hof een verzoek om herziening wel ontvankelijk verklaren en in behandeling nemen. Van zo’n uitzondering kan sprake zijn als:
a. feiten of omstandigheden aan het licht komen die:
– hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak;
– bij de verzoeker vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet
bekend konden zijn;
– het ernstige vermoeden rechtvaardigen dat het hof tot een andere beslissing zou zijn gekomen als deze vóór de uitspraak bij het hof bekend zouden zijn geweest.
Aan alle drie deze vereisten moet zijn voldaan.
b. in de procedure bij het hof geen sprake is geweest van een eerlijk proces doordat een
fundamenteel rechtsbeginsel is geschonden.
1.3 Op deze uitzonderingen kan alleen een beroep worden gedaan door de advocaat aan wie bij de uitspraak waarvan herziening wordt gevraagd een maatregel is opgelegd als bedoeld in artikel 48 lid 1 Advocatenwet. De herziening zal niet kunnen leiden tot een wijziging ten nadele van de advocaat.
2. Het herzieningsverzoek
2.1 In het herzieningsverzoek moet worden gemotiveerd waarom herziening wordt gevraagd. De uitspraak van het hof waarvan herziening wordt gevraagd, moet worden bijgevoegd.
2.2 Het herzieningsverzoek moet schriftelijk worden ingediend bij de griffie van het hof, bij voorkeur per e-mail (griffie@hofvandiscipline.nl). In artikel 3 van het Procesreglement is nader omschreven hoe processtukken kunnen worden ingediend. Dat artikel is ook van toepassing op de indiening van het herzieningsverzoek.
2.3 Het herzieningsverzoek moet binnen een redelijke termijn worden ingediend. Als een beroep wordt gedaan op feiten of omstandigheden als bedoeld in 1.2a moet het herzieningsverzoek worden ingediend binnen een jaar nadat de verzoeker bekend is geworden met die feiten of omstandigheden. Bij een beroep op de herzieningsgrond als bedoeld in 1.2b moet het verzoek worden ingediend binnen een jaar nadat de griffie een afschrift van de uitspraak waarvan herziening wordt gevraagd aan de verzoeker heeft gezonden.
3. De herzieningskamer
3.1 Het herzieningsverzoek wordt behandeld door de herzieningskamer van het hof.
3.2 De herzieningskamer bestaat uit de (plaatsvervangend) voorzitter en tenminste een kroonlid (rechterlijk lid) en een advocaat-lid. De leden van het hof die de uitspraak hebben gedaan waarvan herziening wordt gevraagd, maken geen deel uit van de herzieningskamer.
4. De procedure
4.1 Na ontvangst van het herzieningsverzoek maakt de griffie een afzonderlijk dossier aan. Dit herzieningsdossier bevat het herzieningsverzoek en alle stukken van het dossier op basis waarvan het hof de uitspraak heeft gedaan waarvan herziening wordt gevraagd (voor zover deze stukken nog bij de griffie van het hof aanwezig zijn). Als het hof de wederpartij in de gelegenheid stelt om een verweerschrift in te dienen wordt, als van die gelegenheid gebruik wordt gemaakt, ook dat verweerschrift aan het herzieningsdossier toegevoegd.
4.2 De herzieningskamer kan kennelijk niet-ontvankelijke en kennelijk ongegronde herzieningsverzoeken zonder mondelinge behandeling afwijzen bij gemotiveerde beslissing.
4.3 De herzieningskamer kan bepalen dat een volgend herzieningsverzoek wegens misbruik van recht niet in behandeling wordt genomen.
4.4 Artikel 4 van het Procesreglement is ook van toepassing op de behandeling van een herzieningsverzoek. In plaats van “beroepschrift” moet “herzieningsverzoek” worden gelezen.
4.5 Artikel 5, 6 en 7 van het Procesreglement zijn ook van toepassing op de mondelinge behandeling van een herzieningsverzoek.
5. De beslissing op het herzieningsverzoek
5.1 Artikel 8 van het Procesreglement is ook van toepassing op de uitspraak van de beslissing op het herzieningsverzoek.
5.2 Tegen de beslissing op het herzieningsverzoek staat geen rechtsmiddel open.
5.3 Als het hof het herzieningsverzoek gegrond verklaart, heropent het hof de behandeling van het hoger beroep. De verzoeker krijgt de gelegenheid zich binnen 6 weken na de beslissing op het herzieningsverzoek (opnieuw) schriftelijk uit te laten over het hoger beroep. Deze reactie wordt toegevoegd aan het herzieningsdossier.
5.4 De wederpartij krijgt vervolgens de gelegenheid daarop binnen 6 weken schriftelijk te reageren. Ook deze reactie wordt toegevoegd aan het herzieningsdossier.
5.5 Daarna beoordeelt het hof of een nieuwe mondelinge behandeling van het hoger beroep noodzakelijk is. Zo ja, dan zal de griffie partijen daarvoor op dezelfde wijze oproepen als voor de behandeling van het herzieningsverzoek en zal ook verder worden gehandeld zoals in de artikelen 5 tot en met 8 van het Procesreglement is bepaald.
5.6 Als het hof een (verdere) mondelinge behandeling van het hoger beroep niet noodzakelijk vindt, neemt het hof een beslissing op basis van de stukken in het
herzieningsdossier. In dat geval informeert de griffie partijen schriftelijk over de datum
waarop het hof uitspraak zal doen.
Dit herzieningsprotocol is vastgesteld in de vergadering van het presidium van het hof van discipline van 10 december 2019 en in werking getreden op 1 januari 2020.
Laatst ge-update 5 september 2022